Bevruchtingsvolkjes klaar voor transport naar Ameland
Helaas slecht resultaat na deze winter. Een groot volk dood, 2 zesramers dood en alle miniplus met moeren van 2023 dood. De miniplus mogelijk door verstopt vlieggat. Hiervoor inmiddels nieuwe bodems gekocht. Het grote volk heeft waarschijnlijk te weinig winterbijen gehad; deze is 2 zomers gigantisch groot geweest. De zesramers is niet duidelijk wat de oorzaak is. Mogelijk heeft het met de grote hoeveelheid neerslag en vocht van het afgelopen najaar/winter te maken. Voorjaar is 3 weken vroeger begonnen dan de afgelopen jaren. Dit resulteert nu, 12 april, in te weinig bijen om nectar binnen te slepen.
Een zeer nat voorjaar, waarbij de acacia wel vroeg gebloeid heeft, tegelijk met de esdoorn. Verschillende koninginnen zijn vervangen door de bijen. Voor de teelt ook wat weinig bijen, maar uiteindelijk toch net genoeg om 6 minipluskastjes te vullen. Ze openzetten zoals andere jaren was niet te doen; er zouden te weinig bijen over blijven. Gelukkig is het goed gegaan met een week de kastjes dichthouden. De aanparing op Ameland is ook niet volgens verwachting. Koud en nat weer tijdens de periode dat ze er stonden. Op 19 juni 3 volkjes met eitjes, terwijl er normaal al open broed in zit. De honingoogst is ook tegengevallen, maar dat vooral door de sterfte onder de volken.
Helaas bleef het weer tegenzitten en heb ik nu, eind juli, te maken met het vervangen van slecht aangepaarde koninginnen en darrenbroedige koninginnen. Van de aanparing op Ameland zijn er 2 goede koninginnen. De oogst aan zomerhoning is extreem slecht, mede door gebrek aan vliegbijen, broedloze periodes van meerdere volken en slecht vliegweer (nat en koud). Jammer, de hoeveelheid regen had voor een goede oogst van de lindes kunnen zorgen. Hopelijk lukt het om de volken nog op tijd voor de winter op sterkte te krijgen.
Op 23 december 2022 alle productie- en zesraamsvolken behandeld tegen varroamijten middels oxaalzuurverdamping. Na 7 dagen de gevallen mijten geteld. Doordat de volken in 2022 heel erg groot waren, trad in het najaar een vrij zware besmetting met varroamijten op. Ik heb ze toen nog een extra HiveClean behandeling gegeven. In november en met name in december vielen nog vrij veel mijten. Wellicht als gevolg hiervan zijn er op de 7e dag na de oxaalzuurverdamping weinig mijten meer gevallen. Alleen in 1 zesramer zijn veel mijten gevallen. In 1 zesramer zijn juist heel weinig mijten gevallen. Op 1 januari vliegen alle volken en loopt de temperatuur in het teeltvolk op tot 31 ⁰C.
Het voorjaar is erg traag begonnen na een regenachtige en koele periode. De ontwikkeling van de volken gaat redelijk goed tot goed. De koningin van het teeltvolk van de afgelopen 2 jaar is helaas op haar eind. De bijen willen haar vervangen. Het volk nu verenigd met het volk met KI-moer van afgelopen jaar. Er resteert nog 1 van deze koninginnen. De 2e is vlak voor de voorjaarsinspectie overleden. Het pleegvolk gaat heel hard en heeft er alweer 4 honingkamers op staan. Van de miniplusvolkjes voor de teelt heeft er 1 het voojaar niet gehaald; mogelijk was de ingang geblokkeerd door dode bijen. Inmiddels, eind mei, zijn de laatste esdoorns in bloei en kan de voorjaarshoning binnenkort geoogst worden. Er hangen 24 teeltdoppen in de volken, 6 van de B229(AVe) en 18 van de B1229(AVe). De larfjes van de B229 komen uit een miniplus, handmatig overgelarfd, die zeer zwermtraag lijkt te zijn. De larfjes van de B1229 komen uit het grote teeltvolk en zijn met een Nicotraam gewonnen. Op 2 juni gaan 6 miniplus bevruchtingsvolkjes naar Ameland.
Helaas zijn maar 4 van de volkjes op Ameland bevrucht. Ook de reserve koninginnen die ik thuis wilde laten bevruchten is niet erg goed gegaan. Van de 6 is er 1 goed en 1 zijn ze alweer aan het vervangen. Ondanks dat het voorjaar traag op gang kwam, toch nog redelijk honing kunnen oogsten. Hopelijk gaat de linde goed, is erg droog.
De linde heeft dit jaar wel gehoningd, maar de oogst was vrij beperkt. Enkele weken erg nat weer in juli hebben er voor gezogd dat de voedselvoorraad in de volken erg snel gedaald is. Grotendeels op honing overwinteren zal naar verwachting niet lukken dit jaar. Van de zuivere moeren van dit jaar zijn er nog 3 over. De volkjes waar ze in zitten ontwikkelen heel goed. Er zijn dit jaar opvallend veel moeren tussentijds vervangen, zo ook de laatste KI koningin van 2022. Ik heb er nog wel nateelt van, 1 zelf en een aantal bij een collega imker.
Op 10 december 2021 alle volken behandeld tegen varroamijten middels oxaalzuurverdamping. Na 7 dagen de gevallen mijten geteld. Dit jaar al op 23 maart de voorjaarsinpectie gedaan. Alle volken hebben de winter overleefd. De eerste honingbakken ook al geplaatst. Het volkje in Miniplus 2 bleek te klein om te kunnen overleven; eigenlijk ook te laat in het jaar gemaakt. Deze is inmiddels vervangen door een aflegger uit een zesramer die geen groeimogelijkheden heeft. De korte koudeperiode en sneeuw na de 3 weken warmte hebben geen grote invloed gehad op de volksontwikkeling en half april zit de groei er dan ook flink in. De volken zijn vrij van Amerikaans Vuilbroed, blijkt uit de labtest.
De voorjaarsoogst is goed dit jaar. Een volk heeft zelfs 4 honingkamers vol gekregen. Dit jaar met 6 minipluskastjes naar Ameland en 4 volkjes voor KI naar Bussum. Er zijn veel doppen aangeblazen door een F1 volk. Goede moerdoppen; 1e lichting alle moeren uitgelopen en 2e lichting 1 niet en de rest wel. De KI moeren zijn op 15 juni bevrucht. De KI is gedaan door mevrouw Winkler en heeft ook de moeren geïnspecteerd; ze waren alle 4 prima in orde en hadden geen enkele beschadiging. op 18 juni komen de Miniplusvolkjes terug van Ameland. Helaas is een P-moer gaan zwermen, ondanks dat ze geknipt was; waarschijnlijk onvoldoende ver.
Dit jaar zijn alle koninginnen met zuivere aanparing bevrucht. Van Ameland zijn er 6 terug van 2 verschillende lijnen en de 4 KI bevruchte zijn ook allemaal gelukt. Een deed er wat langer over om aan de leg te raken. Helaas is 1 koningin van de lijn B130(AVe) na het merken uit het volk gegooid.
De zomerhoningoogst was ook goed dit jaar. Nu, begin augustus, zit er weer veel honing in de honingkamers. Blijkbaar is er nog ergens dracht en kan, door het warme weer, goed gevlogen worden.
Half september de honingkamers verwijderd en geslingerd. De honing weer teruggevoerd aan de volken. 2 grote volken, 4 zesramers en 3 miniplus ingewinterd. De productievolken volledig op honing de winter in op de voorraad in de broedkamers; 1 miniplus had voldoende voedsel voor de winter; de zesramers en 2 andere miniplus grotendeels honing gevoerd en totaal nog 18 kg biologische suiker bijgevoerd.
Op 14 december 2020 alle volken behandeld tegen varroamijten middels oxaalzuurverdamping. Na 7 dagen de gevallen mijten geteld. Het aantal gevallen mijten is gemiddeld. Een van de 2 B129(AVe), dochter van B128(AVe) en B646(JtB), lijkt enige resistentie tegen varroa te bezitten. Hier liggen slechts 8 mijten onder (in 6-raams volk).
Een 6-ramer is moerloos geraakt. Blijkbaar aan het eind van de winter, er zit een groot en sterk volk in, af laten vliegen op de andere volken. Dit jaar voor het eerst een paar volkjes, een beetje bijgevoerd in het voorjaar. Het weer is tot op heden erg slecht; koud, donker en nat. Een paar volken lijken nog redelijk wat nectar te halen, maar nu op 20 mei, nog geen verzegelde honing aanwezig in de volken. Hopelijk gaat het lukken om wat voorjaarshoning te slingeren. De teeltvoorbereidingen zijn wel in volle gang. Er zijn 19 dopjes aangeblazen voor de bevruchting op Ameland. Nu ook voorbereidingen aan het treffen voor de KI-dag van de BBV op 14 juni. Ben benieuwd, is de eerste keer dat ik met een KI programma mee doe.
Dit jaar een laboratoriumtest uit laten voeren op de aanwezigheid van Amerikaans Vuilbroed. Er zijn geen sporen van AVB aangetoond in de volken.
Op 10 juni honing geoogst. Zoals verwacht een slechte oogst, maar toch nog net iets meer dan het zich in eerste instantie liet aanzien. De teelt is dit jaar niet echt goed verlopen. Van de 8 zijn er slecht 3 koninginnen bevrucht teruggekomen van Ameland. Geen van de 4 KI-moeren is bevrucht. Op Ameland hebben dochters van B129(AVe) en B29(AVe) gestaan. De B29(AVe) via collega Ronald Mulder.
Dit jaar erg weinig honing kunnen slingeren. Nauwelijks voorjaarshoning. Wel een redelijke hoeveelheid zomerhoning kunnen oogsten. Van het teeltvolk 5 kg voorjaars- en 24 kg zomerhoning geslingerd. Omdat de teelt op Ameland dit jaar weer tegen viel, 2 miniplus volkjes opgezet, zodat komend seizoen met sterkere volkjes naar het bevruchtingsstation gereisd kan worden. Dit jaar 2 grote volken, 5 zesramers, 2 miniplus en 1 Apidea ingewinterd.
Op 14 december 2019 alle volken behandeld tegen varroamijten middels oxaalzuurverdamping. Na 7 dagen de gevallen mijten geteld. Het aantal gevallen mijten is gemiddeld. De B28(AVe), dochter van B27(AVe) en I12(JtB), lijkt resistentie tegen varroa te bezitten. Hier liggen slechts 3 mijten onder (in 6-raams volk).
Het thuiswerken wegens het Covid-19 virus biedt mogelijkheden voor extra observatie van de bijen. Nu, op 26 maart 2020, 9:00u, luchtvochtigheid 57%, zonnig/onbewolkt en een temperatuur van 3,5 graad Celsius, vliegen de eerste bijen uit en keren terug van nectar/stuifmeel halen. Vanuit de bijenstal zijn op geen enkele wijze zonnestralen te zien. Mijn conclusie was altijd dat uitgevlogen wordt bij een bepaalde luchttemperatuur; mijn voorzichtige conclusie nu is dat gereageerd wordt op de UV-instraling en/of UV-intensiteit en minder op temperatuur. Massaal uitvliegen vindt boven de 6 graden Celsius plaats.
Op 5 april de voorjaarsinspectie gehouden. Alle volken hebben de winter goed overleefd. Het veelbelovende volk met bijna geen varroamijten blijkt zeer traag te ontwikkelen. Nog maar even kijken of het zin heeft er van na te telen. De teeltmoer (B26(AVe)) blijkt het niet goed meer te doen en er worden moerdoppen aangetrokken om haar te vervangen. Lijkt niet meer mogelijk om na te telen. Een goed uitgewinterde en in ieder geval tot half mei, goed presterende koningin zal waarschijnlijk voor teeltmateriaal dit jaar gaan zorgen.
Dit jaar voor het eerst de broedstoof gebruikt bij de teelt. Temperatuur op 34,7 graden en een luchtvoctigheid tussen de 76 en 84. Teelt dit jaar van B128 (AVe). Rustig, haalt goed en zeer zwermtraag. Op 29 mei breng ik de volkjes weg naar Ameland voor BBV regio west en Flevoland; in totaal 78 bevruchtingsvolkjes.
Op 13 juni zijn de bevruchtingsvolkjes weer thuisgekomen. 7 van de 8 zijn bevrucht, waarvan 1 met een vreemde moer. Helaas dit jaar problemen met de koninginnen. Alle koninginnen van 2019 zijn vervangen door de bijen. Bij enkele volkjes sterke krimp in plaats van groei. De honingoogst valt daardoor dit jaar ok sterk tegen. Op 27 mei van het teeltvolk 10 kg voorjaarshoning geslingerd en op 16 juni 20 kg zomerhoning. Op 1 augustus alle volken geïnspecteerd en lijkt nu wel goed te ontwikkelen; de volken in grote kasten hebben zich inmiddels hersteld en zijn fors gegroeid. Het volkje met de vreemde moer krimpt wel sterk en er lijkt Chronic Bee Paralysis Virus (CBPV) aanwezig op de stand (enkele zwarte en kale werksters gevonden voor de kasten). Mogelijk is dat de oorzaak van de krimp van een aantal volkjes.
Op 15 november de gevallen mijten van een maand geteld. De temperatuur is nog steeds hoog en er wordt nagenoeg elke dag gevlogen. Er wordt op deze dag volop stuifmeel gehaald. Er ligt niet veel wasmul op de bodem, waarschijnlijk wordt er ook nectar verzameld. In ieder geval staan in de buurt een winterbloeiende prunus, een winterbloeiende viburnum, paardenbloemen en een laurierkers in bloei. In het pleegvolk zijn ca 80 mijten gevallen en in het teeltvolk ca 120. Een darrenraam uit juli uit het teeltvolk geopend, op 300 darrenlarven ca 30 volwassen mijten en geen nimfen gevonden.
Op 21 december 2018 alle volken behandeld tegen varroamijten middels oxaalzuurverdamping. Na 7 dagen de gevallen mijten geteld. Het aantal gevallen mijten is gemiddeld. Bij een onzuiver volk lijken wat minder mijten aanwezig.
Op 29 maart de voorjaarsinspectie uitgevoerd. Alle volken hebben de winter goed overleefd en zijn al flink gegroeid. Op 3 april de honingkamers al op de volken geplaatst. De P-moeren lijken allemaal nog in orde. De warme periode heeft er toe geleid dat op al 17 april een zwerm afgekomen is van een zesramer met een F3 moer. Op 9 mei, ca. een maand eerder dan normaal, honing geslingerd en van het teeltvolk (B26(AVe)) 18 kg geoogst.
Op 10 juli 30 kg honing geoogst van het teeltvolk. In de bovenste broedkamerramen zit nog ongeveer 6 kg verzegelde honing. Dit jaar met 8 bevruchtingsvolkjes naar Ameland gereisd tijdens de 3e ronde. Helaas zijn maar 2 volkjes levend teruggekomen. Het weer is de afgelopen weken slecht geweest en bij het maken van de bevruchtingsvolkjes was het erg heet. Mogelijk dat een van beide de oorzaak is. De aluminium darrenroosters heb ik vervangen door kunststof, ca 0,2 mm bredere toegang en waarschijnlijk nu wel voldoende groot na het slechte resultaat van vorig jaar.
Op 21 augustus nog 15 kg geoogst uit het teeltvolk. Bij het inwinteren blijk er nog 8 kg voedsel in het volk aanwezig te zijn. De koninginnen die teruggekomen zijn van Ameland zijn nog allemaal in leven en de volkjes hiervan ontwikkelen goed.
Op 29 december 2017 is bij alle volken oxaalzuur verdampt ter behandeling tegen Varroamijten. Op 5 januari 2018 het aantal gevallen mijten geteld. Het aantal gevallen mijten is iets meer dan voorgaande jaar. Is nog niet te zeggen wat de oorzaak is. De besmetting leek afgelopen najaar wat groter, mogelijk doordat de volken afgelopen zomer erg groot waren. In ieder geval is de besmetting nu in de winter niet meer heel hoog.
Helaas lag de teeltmoer uit 2016 op 30 maart dood voor de kast; nog wel broed aanwezig. Een P-moer uit 2017 waarschijnlijk niet goed bevrucht, moer in het volk maar geen broed bij de voorjaarsinspectie. Als gevolg van de vorst laat in de winter en dan met name de warme week en daarna opnieuw vorst heeft zijn tol geëist in de stal. Na de eerste vorst leefden alle volken nog en na de tweede vorstperiode waren een aantal volken losgekomen van het voer en zijn daardoor helaas verhongerd. Het volk van de teeltmoer uit 2016 verenigd met een mooi volk van een P moer uit 2017. Dit volk heeft half mei al 25 kg honing gehaald en groeit heel goed. Van deze moer ga ik dit jaar nieuwe P-moeren telen.
Van het teeltvolk op 1 juni 2018 30 kg voorjaarshoning geoogst. Op 11 juli 2018 van het teeltvolk 20 kg zomerhoning geoogst en op 17 augustus nog 10 kg. Op 9 juli de pintest uitgevoerd. Helaas wordt het dode broed niet goed geruimd. Van het teeltvolk 16 koninginnen nageteeld en zelf op 2 juni 12 bevruchtingsvolkjes naar de eerste ronde op Ameland gebracht. De resterende 4 koninginnen zijn door 2 collega imkers naar dezelfde bevruchtingsronde op Ameland gebracht. Helaas blijkt mijn nateelt volledig mislukt, waarschijnlijk door te krappe darrenroosters. Bij de collega imkers zijn er wel 3 aangepaard, daarom wel een pedigree van dit teeltjaar.
Darrenbroed, ruim 200 larven, onderzocht op de aanwezigheid van varroamijten. In het gesloten broed 5 adult varroamijten gevonden. Op de varroabodems ook nauwelijks mijten.
Nu op 1 augustus 2018 is het al vele weken zeer droog en heet. Ondanks dat lijkt er nog voldoende dracht te zijn om de volken goed te laten overleven zonder bijvoeren. De Symphoricarpos en lucerne staan wel in bloei, dus wellicht zijn dit nu de goede drachten.
Op 16 december 2016 is bij alle volken oxaalzuur verdampt ter behandeling tegen Varroamijten. Op 23 december 2016 het aantal gevallen mijten geteld. Tot mijn verrassing zijn er bij 3 volken met een zuivere Buckfastkoningin van 2016 erg weinig mijten gevallen. Bij deze volken waren er 2 met behoorlijk wat wasmul onder de volken en bij 1 lag er erg weinig wasmul. Spannend nu dus of de 2 volken meer voedsel verbruiken of dat het ene volk erg klein is. Er lijkt in ieder geval een zekere resistentie tegen Varroamijten aanwezig te zijn.
Op 5 april de voorjaarsinspectie gehouden. Alle volken hebben de winter goed doorstaan. Helaas blijkt de teeltmoer van vorig jaar vervangen te zijn door een F1 moer. Deze moer presteert onvoldoende en is nu vervangen door de meestbelovende moer en volk uit 2016 (het volk met weinig wasmul op de bodem en zeer weinig varroamijten bij de winterbehandeling).
Op 30 mei de voorjaarshoning geoogst. Ongeveer 12 tot 15 kg per volk. Ondanks het wat slechte weer, vooral de late vorst, niet echt slecht. Veel fruitbomen stonden ook dit jaar weer tegelijk in bloei en bloembodems zijn bevroren door de late vorst, waardoor ze geen nectar meer leveren.
Dit jaar weer de eerste bevruchtingsronde op Ameland meegedaan. Deze keer de volkjes van nog 2 andere imkers meegenomen. Ingezonden 9 volkjes en 6 koninginnen goed bevrucht mee terug. Het moervolk van deze nieuwe volkjes zet wel speeldoppen aan, maar er worden geen moerdoppen belegd.
Op 7 juli de zomerhoning geslingerd. Gemiddeld 18 kilo per volk kunnen oogsten. Gezien het weer, grote droogte maar wel met 30 mm neerslag vlak voor de lindebloei, een goede oogst. Half juli wordt er nog steeds honing binnengesleept en zijn de volken nog op volle sterkte. De zuivere moeren zitten inmiddels in kleine volkjes om op sterkte te komen voor de winter.
Op 26 juli de pintest uitgevoerd. Na 24 uur is 50% van het broed geruimd van de B25(AVe). Op 2 augustus ca 300 darrenlarven (paarse ogen) gecontroleerd op de aanwezigheid van ingesloten varroamijten. Hierbij 5 volwassen mijten en 2 larven aangetroffen.
Op 18 augustus nog een keer honing geslingerd. Tot mijn verbazing hebben ze gemiddeld nog ca 10 kilo per volk gehaald. In ieder geval genoeg om mede te maken en een deel als wintervoer terug te geven. Het teeltvolk blijkt zich al voor te bereiden op de winter; trekt het broednest naar beneden en de bovenste broedkamer zit al aardig vol met honing voor de winter.
Op 27 september het pleegvolk en teeltvolk een oxaalzuurbehandeling gegeven. Het pleegvolk (F2) blijkt een behoorlijke varroabesmetting te hebben. Het teeltvolk een lichte besmetting.
Alle volken hebben de winter overleefd. Helaas bleken 2 volken met een zuivere moer darrenbroedig en is 1 zuivere moer overleden vroeg in het voorjaar. De voorjaarshoningoogst was niet slecht. Als gevolg van een koude periode maart/april stonden alle fruitbomen tegelijk in bloei, zodat de periode van halen kort was.
Met 12 bevruchtingsvolkjes bij de eerste ronde naar bevruchtingsstation Ameland gegaan. Bij thuiskomst bleken 8 koninginnen bevrucht te zijn.
Helaas is de zomer wat nat uitgevallen, zodat de vliegtijd van de bijen beperkt was. Was er dit jaar voldoende neerslag om de linde goed te laten honingen, was het te nat en/of te koud voor de bijen om uit te vliegen. de honingoogst op de linde was dan ook erg slecht.
In september 2 grote volken en 5 zesramers ingewinterd. In de zesramers zijn 5 jonge moeren uit 2016 ingewinterd. Met een koude november na een zachte oktobermaand zijn de bijen op tijd de winter ingegaan in tegenstelling tot 2015, toen nagenoeg de hele winter bijen actief gebleven zijn.
In 2016 voor het eerst geen mierenzuurbehandeling tegen Varroamijten meer uitgevoerd. De afgelopen jaren ben ik erg veel jonge koninginnen aan deze behandeling kwijtgeraakt. Alle volken wel behandeld met Hive Clean en de grote volken middels de darrenraatmethode. Ook een controle uitgevoerd van het darrenbroed op ingesloten Varroamijten. Er waren weinig ingesloten mijten in het broed aanwezig.